Op 9 oktober mocht het derde voor het eerst sinds lange tijd weer eens aantreden voor de externe competitie. Tegenstander was het Zwolse ZSG 2. Ik had mezelf als reserve opgesteld, zodat ik goed in de gelegenheid was de verrichtingen van mijn teamgenoten te aanschouwen. Wiebe de Witte was op bord 1 als eerste klaar: Wiebe had een mooie aanval in gedachten, maar zijn tegenstander had een aardige counter met een herhaling van zetten, die Wiebe alleen met materiaalverlies via een paardvorkje uit de weg zou kunnen gaan. Op bord 2 kwam Caspar Oskam al snel heel goed te staan, met een vijandelijke pionnenstructuur die met twee dubbelpionnen als een Zwitserse gatenkaas oogde, en in gedachten hadden zowel Caspar als ik het punt al geteld. Helaas wist zijn tegenstander zijn stelling te herstellen en toen Caspar Tc4 mistte, kwam Caspar me melden stonden dat hij slecht stond. Gelukkig mistte zijn tegenstander de winnende voortzetting en kon Caspars vrijpion toch iets sneller naar de overkant rennen dan die van zijn tegenstander. Caspars “geen moment in gevaar geweest” na afloop klonk echter nog minder geloofwaardig dan na een gemiddelde doorgeefschaakpartij. Op bord 3 kwam Ruud Küchler slecht te staan, maar dankzij een goed gevulde truckendoos wist hij toch remise te houden. Ons team telde drie debutanten. Op bord 7 kwam Zeger Jan van de Weg slecht uit de opening. Daarna leek hij de stelling te herstellen, tot hij door een niet helemaal correct doorgerekende afruil een kwaliteit achter kwam te staan. Toen hij in het eindspel ook nog een gepend paard dreigde te verliezen, was het de hoogste tijd om de handdoek in de ring te gooien en aan het bier te gaan, om zo de kater weg te spoelen. Tim te Boske mocht op bord 4 aantreden tegen het jeugdtalent van onze tegenstander. Tot twee maal toe leek Tim de partij naar zich toe te trekken: de eerste keer dacht hij met een dubbele aanval met schaak een loper te winnen, maar had hij gemist dat zijn tegenstander met een pionnetje zowel het schaak op kon heffen als de loper kon dekken en ook nog eens Tims dame aanviel. Tim moet nog wel een beetje aan zijn pokerface werken, want zijn zucht van teleurstelling was ver in de zaal te horen. Bij de tweede poging won hij de vijandelijke toren, maar verzuimde hij een tussenzetje, zodat zijn tegenstander met een paardvorkje ook zijn eigen toren kon verschalken. In het eindspel had Tim nog een pion meer, maar liet hij de vijandelijke toren zijn stelling binnen dringen, zodat ik nog vreesde dat hij helemaal aan het kortste eind zou trekken. Gelukkig wist hij zijn partij toch remise te houden. Mathijs Möhlmann speelde op bord 8. na afloop van zijn partij vertrouwde hij ons toe dat hij zich met zijn debuut op de zaterdagcompetitie ontmaagd voelde. In dat geval wens ik iedere maagd toe dat het er bij eerste keer wat zachtzinniger aan toe gaat. Op zich had hij na de opening een mooie stelling, maar toen ik even niet oplette, stond hij opeens een kwaliteit achter en drong zijn tegenstander met twee torens diep zijn stelling binnen. Gelukkig wist Mathijs met een paardvorkje een van die torens van het bord te slaan en zo het materiële evenwicht weer enigszins te herstellen. In het eindspel hadden beide spelers een toren, maar had zijn tegenstander nog één pionnetje meer. Toen die tegenstander die met een verkeerde afruil verspeelde, klonk Mathijs zijn verbaasde “wil je er nu al mee ophouden” toch een beetje alsof hij zijn hoogtepunt nog niet helemaal had bereikt. Terwijl ik naar de verrichtingen van Mathijs aan het kijken was, was Tom Bekius op bord 5 achter mijn rug om geruisloos van het bord geschoven, zodat het aan Hans Manuel op bord 6 was om tenminste nog één matchpoint aan onze eerste wedstrijd over te houden. Hans had weliswaar één pionnetje meer, maar helaas was dat niet voldoende om de partij naar zich toe te trekken, zodat wij op 3,5 bordpunt bleken steken. Gelukkig smaakte de Chinees er niet minder om, die wij na afloop samen met het eerste en met onze trouwe supporter Ed van de Gevel nuttigden. Luc Kepers
SGA 3 nipt onderuit tegen ZSG 2.
Algemeen Mathijs Möhlmann